Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Minder minima maar meer langdurige armoede in Amsterdam vóór de coronacrisis

Het aandeel arme huishoudens in 2018 is opnieuw lager dan voorgaande jaren, maar bestaande risicogroepen hebben weinig perspectief op inkomensverbetering. Dit rapporteert de Amsterdamse Armoedemonitor 2019. Deze monitor beschrijft de Amsterdamse situatie vóór de coronacrisis. Het beeld in deze monitor is redelijk optimistisch: op het gebied van armoede heeft Amsterdam er in jaren niet zo goed voor gestaan. Echter, met de blik van 2020 krijgen de cijfers een andere betekenis.

Daling aantal minima vooral door verminderde instroom

De stad telt de afgelopen jaren een omvangrijke maar langzaam krimpende groep van arme huishoudens. In 2018 behoort 16,5 procent van de Amsterdamse huishoudens tot de minima; in 2014 was dit nog 19,1. De daling is vooral een gevolg van een verminderde instroom; uitstroom uit de armoede is relatief beperkt.  Als gevolg daarvan zien we dat de langdurige armoede toeneemt. De groep minima vóór de crisis had dus zelfs in een periode van hoogconjunctuur gemiddeld weinig perspectief op duurzame inkomensverbetering. Dit maakt hun positie in de huidige crisis en de komende jaren extra kwetsbaar.

Aantal en percentage Amsterdamse minimahuishoudens (inkomen tot 120 procent van het Sociaal Minimum (SM) en een vermogen tot de bijstandsnorm), 2011-2018

Grafiek armoede in Amsterdam neemt enigszins af

bron: CBS/ bewerking OIS

Laagopgeleide Amsterdammers vaker arm dan hoogopgeleiden

Armoede is niet gelijkmatig verdeeld over de stad. Huishoudens die leven van een uitkering of pensioen behoren vaker tot de minima dan huishoudens met een inkomen uit werk; kinderen en ouderen lopen een verhoogd risico; en Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaker arm dan mensen zonder migratieachtergrond. Ook huishoudsamenstelling speelt een rol: het aandeel minimahuishoudens is hoger onder eenoudergezinnen en alleenstaanden dan onder paren (met of zonder kinderen).

In deze editie van de monitor is voor het eerst gekeken naar armoede in relatie tot het opleidingsniveau. Meer dan de helft (56 procent) van de Amsterdamse minima is laagopgeleid en laagopgeleide Amsterdammers behoren veel vaker tot de minima dan hoogopgeleiden

Verwachte gevolgen coronacrisis: flexibele schil wordt nieuwe kwetsbare groep

Naast de huidige minimahuishoudens zal vanaf 2020 een nieuwe groep minima ontstaan. Met name personen werkzaam in de flexibele schil (werknemers met een tijdelijk contract en zzp’ers) worden als gevolg van de crisis getroffen door inkomensverlies of hebben een groot risico daartoe.  Een deel van hen was voorafgaand aan de crisis al kwetsbaar: 12 procent van de huishoudens met een eigen bedrijf als belangrijkste inkomensbron behoort in 2018 tot de minima. 

Voor zover de nieuwe minima jongeren zijn stemt de huidige kennis relatief hoopvol. Werkzame jongeren hebben relatief vaak een flexibel contract, maar zijn ook vaker naast hun werk nog onderwijsvolgend. Daarnaast stromen jongeren relatief vaak duurzaam uit de minimagroep. Naar verwachting gaan personen van 50 jaar en ouder die hun baan verliezen als gevolg van de crisis een moeilijke tijd tegemoet: ouderen hebben een relatief kleine kans op duurzame uitstroom uit de armoede. De groep ouderen met niet-westerse migratieachtergrond is daarbij extra kwetsbaar, ruim de helft van hen behoorde voor de crisis al tot de minima.

Crisis biedt mogelijk kansen op uitbreiding bereik minimaregelingen

Een nieuwe groep minima betekent ook dat de doelgroep van de gemeentelijke minimaregelingen zal groeien. De afgelopen jaren neemt het bereik van de minimaregelingen gestaag toe, zelfs nadat in 2015 de doelgroep werd uitgebreid (de inkomensgrens werd verhoogd van 110 procent naar 120 procent van het Sociaal Minimum). In de huidige crisis hebben veel mensen de gemeente om hulp gevraagd, zoals blijkt uit het grote aantal aanmeldingen voor de tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers (Tozo). Tot nu toe werden juist minima met een eigen bedrijf als belangrijkste bron van inkomen het minst goed bereikt met de minimaregelingen. Mogelijk bieden de steunmaatregelen in het kader van corona nieuwe kansen om zelfstandigen te informeren over hun recht op hulp bij een laag inkomen.

Bereik minimaregelingen, 2013-2019 (procenten)

Grafiek het bereik van minimaregelingen groeit

 * in 2013 betrof dit alleen het gratis OV. Het bereik van de Stadspas in 2014 is niet bekend.

bron: CBS/ bewerking OIS