Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Perceptie van drones in Amsterdam

Het oordeel van Amsterdammers over het gebruik van drones in Amsterdam is afhankelijk van waarvoor en door wie drones worden ingezet. Amsterdamse respondenten zijn het meest positief over de inzet van drones voor (eerste) hulpverlening en het controleren van infrastructuur. Het minst positief zijn ze over de inzet van drones voor eigen vermaak, sport, het maken van foto’s en films voor privégebruik en post- of pakketbezorging. Privacyschending wordt door Amsterdamse respondenten het vaakst genoemd als het belangrijkste nadeel van het vliegen met drones in Amsterdam.

De gemeente Amsterdam en de Politie Eenheid Amsterdam willen graag meer weten over het gebruik van drones in de stad en hoe Amsterdammers daar tegenaan kijken. Deze informatie helpt de gemeente en de politie te bepalen wat in de toekomst nodig is als het gaat om drones: denk aan handhaving, privacy, het voorkomen van gevaarlijke situaties, maar ook aan voorlichting over regelgeving. 536 panelleden van het OIS-stadspanel en het stadspaspanel deden mee aan het enquêteonderzoek (respons: 42 procent).

Een op de drie panelleden heeft een drone of kent iemand met een drone: 4 procent van de panelleden heeft zelf een drone, bij 3 procent heeft iemand in het huishouden een drone en 29 procent kent iemand anders die een drone bezit. De meesten hebben geen drone en kennen ook niemand met een drone (66 procent).

Oordeel drones afhankelijk van doeleinde dronegebruik

Respondenten zijn in algemene zin niet zo positief over het gebruik van drones in Amsterdam (rapportcijfer 5,0). Het oordeel over drones in Amsterdam is wel afhankelijk van waarvoor en door wie drones worden ingezet. Amsterdamse panelleden zijn het meest positief over de inzet van drones voor (eerste) hulpverlening en het controleren van infrastructuur. Respectievelijk 84 procent en 77 procent is hier (heel) positief over. Andere toepassingen waar de ruime meerderheid (heel) positief over is, zijn opsporing van vermiste personen, spoedbezorging van medicijnen en opsporing van verdachte personen. Respondenten noemen als voordeel dat drones kunnen helpen om het overzicht te bewaren en informatie kunnen verzamelen bij incidenten of gevaarlijke situaties. Het gebruik van drones is volgens sommige respondenten snel, goedkoop en makkelijk, in vergelijking met bijvoorbeeld het gebruik van een helikopter.

Panelleden zijn het minst positief over de inzet van drones voor eigen vermaak, sport, het maken van foto’s en films voor privégebruik en post- of pakketbezorging. Uit landelijke onderzoek (IenW, 2021) komt naar voren dat in sterk stedelijk gebied bovendien minder steun is voor de inzet van drones voor het monitoren van drukte of het bewaken van gebouwen of terreinen dan in minder stedelijk gebied. Het huidige onderzoek bevestigt dat dit ook geldt voor Amsterdam.

Privacyschending wordt door Amsterdamse respondenten het vaakst genoemd als het belangrijkste nadeel van het vliegen met drones in Amsterdam: vier op de vijf (79 procent) vinden dat drones inbreuk maken op hun privacy. Daarnaast wordt genoemd dat het gebruik van drones gevaarlijk kan zijn (77 procent). Dit is volgens respondenten in sterkere mate van toepassing als ongetrainde particulieren met drones vliegen. Tot slot noemt een groot aandeel dat drones overlast veroorzaken doordat ze de rust verstoren (67 procent) en veel geluid maken (51 procent). Dit wordt door Amsterdamse respondenten vaker genoemd dan door respondenten in het landelijke onderzoek naar drones. De meesten (82 procent) zouden zich storen wanneer iemand met een drone rondom hun huis zou vliegen.

85% van de panelleden is (heel) positief over de inzet van drones voor (eerste) hulpverlening en 77% voor het controleren van infrastructuur. 11% is (heel) heel positief voor de inzet van drones in Amsterdam voor eigen vermaak.

Aandeel dat (heel) positief is over de inzet van drones in Amsterdam voor diverse doeleinden (%, n = 536)

Overlast drones door privacyschending

Ruim een op de vijf respondenten (22 procent) voelde zich de afgelopen 12 maanden weleens onveilig door een drone: 1 procent voelde zich vaak onveilig, 6 procent soms en 15 procent zelden. Twee derde (66 procent) voelde zich de afgelopen 12 maanden nooit onveilig door een drone. Het aandeel dat zich nooit onveilig voelde ligt hoger onder respondenten die zelf en/of in het huishouden een drone hebben.

Drie op de tien ervaarden daarnaast in de afgelopen 12 maanden weleens overlast van een drone: 1 procent vaak, 10 procent soms en 20 procent zelden. Twee derde (65 procent) ervaarde de afgelopen 12 maanden nooit overlast van een drone. Dit aandeel ligt opnieuw hoger onder respondenten die zelf en/of in het huishouden een drone hebben. Respondenten die overlast hebben ervaren, geven aan dat de overlast voornamelijk bestond uit inbreuk op privacy (78 procent) en geluidsoverlast (68 procent). Roekeloos/gevaarlijk vlieggedrag werd in ruim een kwart van de gevallen genoemd (27 procent) en een op de vijf (19 procent) respondenten die overlast van drones ervaarden noemde dat de overlast bestond uit horizonvervuiling/landschapsvervuiling (ontsiering van het landschap door drones). De helft van de panelleden (51 procent) zou bij overlast van een drone een melding doen bij de politie en 36 procent zou een melding doen bij de gemeente. 13 procent geeft aan bij overlast van een drone geen melding te zullen doen en 18 procent weet niet waar hij of zij een melding zou (kunnen) doen.

Vrijwel alle respondenten vinden het belangrijk dat drones duidelijk herkenbaar zijn wanneer ze worden ingezet voor (eerste) hulpverlening (97 procent) of door de overheid (95 procent). Driekwart van de panelleden (74 procent) wil in het algemeen kunnen achterhalen wie de drone bestuurt als zij een drone zien vliegen. Dit wordt door Amsterdamse respondenten vaker genoemd dan landelijk. De helft (53 procent) wil via een app of website kunnen volgen waar drones vliegen. Tot slot vinden twee op de drie respondenten dat alleen professionals met drones zouden mogen vliegen (65 procent), terwijl 10 procent aangeeft dat iedereen die met een drone wil vliegen, dat moet kunnen doen.

78% van de respondenten die overlast van een drone ervaarden, ervaarde inbreuk op de privacy vanwege de drone.

Waar bestond de overlast uit? Meerdere antwoorden mogelijk (%, n = 162)

Meesten niet bekend met regelgeving drones

De meeste panelleden zijn niet bekend met de regelgeving over drones (67 procent) en de gebieden waar niet zonder vergunning met een drone gevlogen mag worden (68 procent). Vier op de tien (41 procent) respondenten zouden meer te weten willen komen over drones. Van hen willen de meesten meer weten over de regelgeving over drones, wie drones kunnen gebruiken, waarvoor drones gebruikt kunnen worden en de risico’s van het gebruik van drones. Zij worden hierover het liefst geïnformeerd via de website van de gemeente.

De meerderheid van de respondenten is (heel) positief over het feit dat het Amsterdam Drone Lab onderzoek doet naar de inzet van professionele dronevluchten. 18 procent is niet positief, maar ook niet negatief en 7 procent is (heel) negatief. Amsterdammers die zelf en/of in hun huishouden een drone hebben zijn vaker positief.