Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

“Een bingokaart vol met problemen”

Aan de vooravond van de 750ste verjaardag van de stad blijkt dat Amsterdam in veel opzichten succesvol is, maar ook met flinke problemen kampt. Hoe kan de stad daarmee omgaan? Die vraag stond op 4 juni centraal bij De Staat van de Stad. Jeroen Slot presenteerde namens O&S welke opvallende ontwikkelingen hij in de stad ziet. “Er zijn heel veel onderwerpen waarin de keerzijde van het Amsterdamse succes zichtbaar is.”

Foto door Benjamin Kotek

“Amsterdam heeft een langdurige succesvolle periode achter de rug”, vertelt Slot voorafgaand aan de avond in het Internationaal Theater Amsterdam. Op bepaalde gebieden gaat het goed met de stad. Zo noemt hij dat het aantal verkeersdoden in de afgelopen twintig jaar historisch laag ligt. In 2022 waren er 15 verkeersdoden. In 1982 waren dat er nog 66 en in 1972 zelfs 110. Ook de criminaliteit en het aantal moorden nemen spectaculair af.

Toch is dat niet de hoofdboodschap van Slot tijdens de Staat van de Stad. Die sluit aan bij het thema van dit jaar, 'Vallen en opstaan'. “Dat enorme succes heeft een keerzijde.” Volgens hem heeft het ook tot allerlei problemen in de stad geleid. “En behalve die keerzijde geldt ook nog eens dat niet iedereen evenveel profijt heeft van het enorme succes. Er zijn groepen die minder delen in dat succes en die eigenlijk ook nog in de stad het contrast tussen hun eigen positie en die van anderen zien toenemen.”

Volgens Slot zijn de problemen waar de stad mee te maken heeft divers. Zo neemt de druk op de schaarse openbare ruimte toe, zijn er grote arbeidstekorten en is er sprake van segregatie, onder andere in het onderwijs. De criminaliteit neemt af als het gaat om bijvoorbeeld fietsendiefstal en woninginbraken. “Maar daar staat tegenover dat iets veel stevigers als een drugseconomie opkomt”. Zo zijn er nog meer negatieve ontwikkelingen waar de stad mee kampt. Slot vat samen: “Een bingokaart vol met problemen.”

“Door al die problemen raken we ook een beetje het zicht kwijt op de enorme taak van de energietransitie die er ondertussen ook ligt.” Als iedereen zou leven als een gemiddelde Amsterdammer dan zouden er 3,1 aardes nodig zijn.

“Dat is niet houdbaar en er moet heel veel veranderen om meer de goede kant op te gaan.” Vanaf 2020 lijkt Amsterdam goed op weg om het reductiedoel van 2030 te halen. Toch blijkt de recente reductie vooral een tijdelijk gevolg te zijn van de coronacrisis. “Er is veel meer circulariteit nodig om die doelstelling ook maar bij benadering te halen.”

Selectievere stad

Een gevolg van het succes van de stad is ook dat de bevolking toeneemt. Sinds 1985 groeit de bevolking. In de dertig jaar tussen 1985 en 2015 kwamen er 135.000 inwoners bij. De afgelopen tien jaar waren dat er 100.000, dus dat tempo ligt veel hoger. Die snelle groei is vooral het gevolg van migratie vanuit het buitenland. Daarbinnen is de groep met een hoog inkomen sterk toegenomen.

Zo neemt volgens Slot de toegankelijkheid van Amsterdam af. “De stad is onverminderd populair. Heel veel mensen willen hier wonen, met als gevolgd dat de instroom selectiever wordt.” De stad trekt nu veel hbo- en wo-opgeleiden. Vooral mensen met hoge inkomens maken nog kans om een woning te vinden. Het is dus deze specifieke groep die er nog in slaagt om de stad in te komen.

“Om de problemen het hoofd te bieden is goede samenwerking tussen burgers, bedrijven en bestuur nodig. Tussen die partijen is het vertrouwen bescheiden. Daarnaast is er ook sprake van politieke fragmentatie.” Zo zijn er steeds meer verschillende partijen in de gemeenteraad. “Tegelijkertijd zijn het toch vaak de gevestigde partijen die een coalitie vormen. Alleen de basis waarop die coalitie rust, die krimpt. Als je het totaal aantal stemmen dat op de coalitie is uitgebracht, optelt dan zie je een dalende trend.”

Deze situatie kan het volgens Slot moeilijker maken om de gezamenlijk tot een oplossing te komen. “We zien nu dat sommige partijen heel specifiek op een belang of een doelgroep focussen. Dat maakt het vaak niet makkelijker om vervolgens weer de stap te maken naar een compromis. Dat is lastig.”

“Wat kunnen Amsterdammers en wat kan het Amsterdamse gemeentebestuur zelf doen om een gewenste toekomst werkelijkheid te maken? Dat is de hamvraag”, aldus Slot. Volgens hem is het in ieder geval belangrijk dat de openbare ruimte zo ingericht is dat verschillende groepen elkaar kunnen ontmoeten. Ook publieke voorzieningen, zoals zorg, zouden op een laag schaalniveau passend bij de buurt beschikbaar moeten blijven.

Slot: “De stad is niet gevallen. Het is niet zo dat het hier een enorme puinhoop is en dat iedereen staat te wachten op de bus om ergens anders te gaan wonen. Maar het succes van de afgelopen decennia heeft geen vanzelfsprekend vervolg in de toekomst.”