Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Meerderheid Amsterdammers voor terugdringen vuurwerkoverlast

Vier op de vijf (81 procent) Amsterdammers vindt het (zeer) belangrijk dat de overlast veroorzaakt door vuurwerk wordt teruggedrongen. Daarnaast vindt 88 procent van de Amsterdammers het (zeer) belangrijk dat de gemeente zich meer inzet voor het terugdringen van deze overlast. Dat blijkt uit onderzoek van OIS in opdracht van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland naar de standpunten en ervaringen van Amsterdammers ten aanzien van vuurwerk.

Een ruime meerderheid van de respondenten (82 procent) is niet gehecht aan de mogelijkheid om zelf vuurwerk af te kunnen steken rond de jaarwisseling. 11 procent hecht enigszins aan deze mogelijkheid en een kleine groep (7 procent) hecht sterk aan deze mogelijkheid. Eén op de tien (12 procent) Amsterdammers heeft zelf bij de afgelopen jaarwisseling (2018/2019) vuurwerk afgestoken. Van de Amsterdammers die afgelopen jaarwisseling vuurwerk hebben afgestoken, heeft 43 procent dit gedaan voor zijn of haar eigen plezier en 46 procent voor het plezier van anderen.

Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat één op de tien Amsterdammers (10 procent) is gaan kijken naar een centraal georganiseerde vuurwerkshow. De helft (52 procent) van de Amsterdammers heeft de afgelopen jaarwisseling gekeken naar vuurwerk dat in de eigen straat/buurt is afgestoken.

Hoe belangrijk vindt u het dat de vuurwerkoverlast rond de jaarwisseling wordt teruggedrongen?

Meerderheid voor beperken verkooplocaties en afsteeklocaties
Het beperken van het aantal verkooplocaties voor vuurwerk is volgens 81 procent een (hele) goede manier om de overlast terug te dringen. Volgens 10 procent van de Amsterdammers is dit een (heel) slecht idee. Daarnaast vindt 59 procent het beperken van het aantal locaties waar vuurwerk mag worden afgestoken een (hele) goede manier om de overlast te beperken. 15 procent vindt dit een (heel) slecht idee. Wel vindt de helft (56 procent) van de Amsterdammers dat burgers moeten meebeslissen bij het aanwijzen van vuurwerkzones. Een derde (36 procent) vindt dat de gemeente dat moet doen zonder dat burgers hierbij mee kunnen beslissen. Van de Amsterdammers die vinden dat de inwoners van Amsterdam moeten meebeslissen bij het aanwijzen van vuurwerkzones geven vier op de tien (41 procent) aan dat (waarschijnlijk) te gaan doen. Toch verwacht de helft (47 procent) van de respondenten niet dat buurtgenoten zich aan de aangewezen vuurwerkzones zullen houden. Vier op de tien verwacht dat (bijna) alle buurgenoten zich er wel aan houden.

Vooral last van rommel op straat, overlast voor huisdieren en geluidsoverlast
Rommel op straat, overlast voor huisdieren en geluidsoverlast zijn volgens Amsterdammers de meest voorkomende vormen van overlast. Vormen van overlast die door respondenten als het minst acceptabel gezien worden zijn letselschade, intimiderend gedrag door personen die vuurwerk afsteken en schade aan eigendommen. Hoe meer respondenten hechten aan het afsteken van vuurwerk en minder hechten aan het terugdringen van de overlast hoe minder overlast er door de respondenten wordt ervaren.