Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Slimmer controleren op brandveiligheid met data

Data en algoritmes helpen steeds vaker bij het oplossen van problemen in de stad. Bijvoorbeeld bij het bepalen hoe groot het risico van brand is in Amsterdamse panden. Pleun Schimmelpennink van het Expertiseteam Brandveiligheid en Eliza van der Beek van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) vertellen over het project Brandrisicoprofielen.

Amsterdamse inspecteurs controleren regelmatig de brandveiligheid van een bedrijfspand. Ze kijken bijvoorbeeld of er voldoende blusmiddelen zijn en of de nooduitgang vrij is. Maar ook of er een goedwerkende brandmeldinstallatie is, als die is vereist, en of de zogenaamde brandcompartimentering op orde is. Belangrijk, want als er gaten zitten in muren kunnen rook en vuur zich makkelijk verspreiden.

Welk pand wanneer en hoe vaak wordt geïnspecteerd is onder meer gebaseerd op eerdere inspectierapporten en meldingen van de stadsdelen. “De gemeente zet de beschikbare middelen natuurlijk zo slim mogelijk in. In ieder geval moeten díe panden bezocht waar het risico het grootst is. Bijvoorbeeld omdat er crèchekinderen slapen of omdat er sluip-door gangetjes zijn waarin mensen kunnen verdwalen,” vertelt Pleun Schimmelpennink van het Expertiseteam Brandveiligheid. “We hebben dus behoefte aan een model dat op basis van data laat zien waar het risico het grootst is en waar we dus moeten gaan controleren.”

R = Kb x Kc x E

Met die vraag klopte Schimmelpennink aan bij OIS. “Eerst hebben we heel veel data over eerdere branden en inspecties verzameld en op orde gebracht,” legt onderzoeker Eliza van der Beek uit. “We hebben in kaart gebracht welke factoren meespelen als het gaat om brandrisico. Dat leidde uiteindelijk tot een formule die helpt om prioriteiten te stellen bij de inspecties.”

Die formule luidt: R = Kb x Kc x E. Daarin staat de R voor het risico. Dat risico is de kans op brand (Kb) - gebaseerd op factoren die kunnen leiden tot brand - maal de kans dat een inspecteur in een pand zaken constateert (Kc) die niet op orde zijn. Dat alles vermenigvuldigd met de mogelijke effecten (E) van een brand. Die effecten kunnen maatschappelijk van aard zijn (denk aan brand in het AMC of een kinderdagverblijf), economisch (bijvoorbeeld de kosten van brandschade) of cultureel (stel je voor dat de Nachtwacht in vlammen opgaat). Al deze effecten wegen mee bij het vaststellen van de prioriteit bij brandcontroles.

De formule moet een nieuwe, beter afgewogen prioriteitenlijst voor de inspecteurs opleveren. Een lijst waarmee ze efficiënt de meest risicovolle panden kunnen inspecteren en effectief kunnen aanpakken. Zo’n prioriteitenlijst is niet in een keer af. Eind juni is de eerste versie waarschijnlijk klaar. “Die leggen we naast de oude lijst zodat we de verschillen kunnen analyseren en hopelijk kunnen verklaren,” aldus Van der Beek. Dat leidt dan weer tot verdere aanpassingen en een nieuwe lijst. Schimmelpennink: “Zo slim mogelijk omgaan met alle expertise en data die we in de stad hebben, wie wil dat nu niet?”