Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Weer minder kans op betaalbare woning in regio Amsterdam

De kans op een betaalbare woning in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is de afgelopen twee jaar verder afgenomen. Een steeds groter deel van de woningvoorraad in de regio bestaat uit dure huur- en koopwoningen. Dat geldt niet alleen voor Amsterdam, maar ook voor de voorheen meer betaalbare delen van de regio. Steeds minder mensen met een laag of middeninkomen kunnen daardoor in de MRA een huis vinden. Dit blijkt uit de eerste resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA), dat in 2021 voor de derde keer is gehouden. Ruim 50.000 inwoners van 31 gemeenten in de MRA hebben een enquête ingevuld over hun woonsituatie, woonwensen en woonlasten.

Betaalbaarheid verder onder druk

Woningen worden steeds duurder, zowel in de huur- als in de koopsector. Al jarenlang zien we deze prijsstijging in het vrijkomende aanbod en deze ontwikkeling wordt nu steeds zichtbaarder in de totale voorraad. Dit jaar is voor het eerst het aandeel betaalbare koop- en huurwoningen in de totale voorraad kleiner dan de groep lage en middeninkomens die er op zijn aangewezen. Dat betekent dat de kansen voor huishoudens met een laag of middeninkomen op een woning in de sociale huur, middeldure huur of betaalbare koop in onze regio weer kleiner zijn geworden. Ook in de voorheen meer betaalbare deelregio’s Almere-Lelystad en Zaanstreek-Waterland is het aandeel betaalbare koop sterk gedaald in de voorraad. In 2017 bestond bijna een kwart (24 procent) van de totale voorraad in de MRA uit koopwoningen die bereikbaar waren voor middeninkomens (tot ca. 300.000 euro), in 2021 was dit nog maar 13 procent.

Inkomensverdeling huishoudens en segmentverdeling woningvoorraad, MRA, 2017-2021 (%)

Inkomensverdeling huishoudens en segmentverdeling woningvoorraad, MRA, 2017-2021, in procenten

De totale sociale huurvoorraad nam daarnaast af van 39 procent in 2019 naar 37 procent in 2021. Het aandeel sociale huur van corporaties bleef de afgelopen jaren gelijk (30 procent), terwijl de particuliere sociale huur is afgenomen (van 9 procent naar 7 procent). In alle regio’s worden sociale huurwoningen van corporaties steeds vaker bewoond door de laagste inkomensgroep (84 procent gemiddeld in de MRA). De groep lage inkomens kan hier echter niet volledig in terecht, waardoor veel lage inkomens uitwijken naar de vrije sectorhuur. Hier speelt ook mee dat sociale huur relatief weinig beschikbaar komt.

Meer en duurdere particuliere vrije sectorhuur

In het vorige WiMRA-onderzoek (2019) werd al geconstateerd dat de kleine particuliere vrije huursector duidelijk aan het groeien was. Inmiddels is 12 procent van de woningvoorraad een vrije sector huurwoning van een particulier (in 2019 11 procent, in 2017 8 procent). Het aandeel middeldure huurwoningen (752-1053 euro; corporatiebezit en particuliere verhuur samen) bleef gelijk (7 procent). De groei zat juist in de dure huur van meer dan 1053 euro. Deze toename wordt veroorzaakt doordat bij een nieuwe verhuring van een vrije sectorwoning de huur flink wordt verhoogd, door de nieuwbouw van vrije sectorhuur en door de stijging van de dure verhuur van voormalige koopwoningen. Hoewel de particuliere vrije sectorhuur nog steeds een relatief klein deel van de voorraad uitmaakt, is het een fors en groeiend deel van wat er op de markt vrij komt en waar woningzoekenden op zijn aangewezen. Starters -die vaak (nog) niet kunnen kopen en (nog) niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning- zijn aangewezen op dit particuliere huuraanbod.

Voor nieuwe huurders in de particuliere vrije sector was in 2021 de gemiddelde huur in de MRA 1403 euro, nog weer een stuk hoger dan twee jaar geleden. Het lagere aanbod aan betaalbare woningen leidt er toe, dat ook mensen met een laag inkomen in toenemende mate genoodzaakt zijn (te) duur te huren. In de afgelopen jaren is de groep lage inkomens in zowel de middeldure huur als de dure huur groter geworden, tot 26 procent in 2021 (was 22 procent in 2017). Het is niet verwonderlijk dat voor een deel van deze mensen de woonlasten erg hoog zijn. Gemiddeld zijn recent verhuisde huurders in de particuliere vrije sector 40 procent van hun inkomen kwijt aan maandelijkse woonlasten (huur, servicekosten, energie). Fors meer dan de 28 procent die huishoudens gemiddeld betalen aan totale woonlasten in de MRA.

Gemiddelde huur naar huursegment, MRA, 2017-2021 (€)

Gemiddelde huur naar huursegment, MRA, 2017-2021, in euros

Over WiMRA

De genoemde cijfers zijn enkele eerste resultaten van het onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA). Van alle 31 gemeenten is nu het eerste deel van de factsheets gepubliceerd. Het volledige WiMRA-rapport voor de Metropoolregio Amsterdam, met informatie over woonwensen, verhuizingen, prettig wonen en duurzaamheid, wordt half maart 2022 gepubliceerd. Dan zijn ook de volledige factsheets per gemeente beschikbaar. De afdeling Wonen van de gemeente Amsterdam brengt op basis van het WiMRA onderzoek apart factsheets uit over de woningmarkt en leefbaarheid in Amsterdam: Wonen in Amsterdam (WiA).