Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Amsterdamse Burgermonitor 2021

De Burgermonitor biedt een overzicht van het gedrag en de opvattingen van Amsterdammers op het gebied van (lokale) politiek, politiek (zelf)vertrouwen, samenleven in de stad en het gebruik van media en de gemeentelijke dienstverlening. Onderzoek en Statistiek (O&S) voert dit onderzoek sinds 1999 uit.

Stijgende lijn in de stad stagneert

Het inwonertal van de stad blijft, na een tussenstop in 2020, groeien. In 2021 zijn er bijna 10.000 Amsterdammers bijgekomen. Inwoners van de stad zijn steeds vaker hbo of wo opgeleid: hun aandeel is gestegen van 38 procent in 2010 naar 46 procent in 2018. Deze groep Amsterdammers vindt het bovengemiddeld prettig om in de stad te wonen, is veelal op de hoogte van politiek nieuws, heeft relatief veel vertrouwen in de politiek, en participeert en stemt vaker. De groei van de groep Amsterdammers met een hbo of wo opleiding ging dan ook gepaard met een toename op veel van deze gebieden in de stad als geheel. Zo gaf ruim de helft van de Amsterdam in 2000 aan zeker te gaan stemmen, in 2021 is dat bijna driekwart. Toch lijkt de stijgende lijn op deze gebieden te stagneren en soms zelfs licht te dalen. Met andere woorden: er lijkt een plateau te zijn bereikt, verdere groei van positieve ontwikkelingen is niet vanzelfsprekend.

Amsterdammers over het algemeen tevreden over het leven in hun stad

In een aantal opzichten bevestigt de 18e editie van de Burgermonitor eerdere bevindingen: veel resultaten zijn stabiel in vergelijking met vorige edities. De meerderheid van de Amsterdammers vindt het nog steeds prettig om in Amsterdam te wonen en voelt zich nog altijd verbonden met de stad en hun buurt. Amsterdam heeft een diverse bevolking en dit zien we terug in de sociale netwerken van haar inwoners. Het algemene oordeel is dat verschillende groepen Amsterdammers redelijk goed met elkaar omgaan en de mate van acceptatie van de rechten van Amsterdammers is vrijwel stabiel op een hoger niveau dan het landelijke. Ook de kennis van de lokale politiek is stabiel over de jaren, net als het aandeel Amsterdammers dat in het afgelopen jaar een activiteit ondernomen om iets aan de orde te stellen in de lokale politiek. Meer dan in eerdere jaren zien we dat Amsterdammers voorzichtig optimistisch zijn over welke kant het opgaat met de stad.

Amsterdammers kunnen niet altijd zichzelf zijn in de stad

Er zijn echter ook een aantal zaken waar Amsterdammers minder optimistisch over zijn. Een derde van de Amsterdammers kan niet (altijd) zichzelf zijn en van hen ervaart een grote meerderheid dit in enige mate als een probleem: in totaal gaat het om bijna een kwart van de Amsterdammers die niet zichzelf kan zijn en dat als problematisch ervaart. Deze Amsterdammers houden zich in of passen zich aan uit angst voor reacties, of om gedoe te voorkomen. Hoewel de acceptatie van Amsterdammers iets stijgt, zien we dat vooral deze Amsterdammers niet zichzelf kunnen zijn in de stad. Daarnaast zien we een stijging in het aandeel Amsterdammers dat discriminatie heeft ervaren in het afgelopen jaar. Ras of huidskleur en nationaliteit zijn verreweg de meest voorkomende gronden op basis waarvan men discriminatie heeft ervaren. Amsterdammers maken zich daarnaast zorgen over de woningnood in de stad, over criminaliteit en veiligheid en over het klimaat/duurzaamheid. Ook op politiek gebied zien we een aantal zorgelijke ontwikkelingen: de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 was het laagst van de afgelopen 20 jaar. Daarnaast zien we een duidelijke afname van vertrouwen in de regering en de Tweede Kamer. Deze zorgen en ervaren problemen drukken op de tevredenheid die Amsterdammers ervaren over het leven in hun stad.

Verschillende belevingen van de stad

Het voert te ver om hier alle mogelijke oorzaken voor deze negatieve ervaringen te bespreken. Waar de Burgermonitor wel op inzoomt is politieke participatie. In dat licht is het zorgelijk dat Amsterdammers wisselend oordelen over de mate waarin zij zelf invloed (kunnen) hebben op wat er voor de stad wordt besloten. Zo vinden Amsterdammers dat er redelijk veel manieren zijn om hun mening over de stad duidelijk te maken, maar slechts een klein deel denkt dat mensen zoals zij invloed hebben op wat er voor de stad gebeurt. Toch is de groep die zich heeft ingezet om iets politiek aan de orde te stellen of invloed uit te oefenen redelijk stabiel: 39 procent van de Amsterdammers heeft zich de afgelopen 12 maanden ingezet voor de stad, vooral door het tekenen van een petitie of deelnemen aan een demonstratie.

Combineren we het politiek (zelf)vertrouwen en de politieke inzet dan resulteren vier groepen Amsterdammers van ongeveer gelijke omvang. We zien dat deze vier groepen naargelang ze veel of weinig vertrouwen hebben, en zich politiek hebben ingezet of niet, de ontwikkelingen in de stad verschillend ervaren. Amsterdammers die weinig politiek vertrouwen hebben en zich politiek inzetten hebben relatief vaak discriminatie ervaren. Zij maken zich zorgen over het functioneren van de politiek en over integratie. Daarnaast zijn zij het minst tevreden over de dienstverlening van de gemeente. Amsterdammers die weinig politiek vertrouwen hebben en zich niet politiek inzetten maken zich vaker zorgen over criminaliteit en onveiligheid. Deze groep heeft vaker last van eenzaamheid. Amsterdammers die veel politiek vertrouwen hebben en zich niet inzetten voor de stad zijn vaak bovengemiddeld tevreden met de dienstverlening van de gemeente. Zij hebben ook relatief het minst vaak ervaring met discriminatie. Tot slot zien we dat de groep Amsterdammers die veel politiek vertrouwen heeft en zich politiek heeft ingezet relatief vaak het landelijke en lokale politieke nieuws volgt. Deze Amsterdammers maken zich vooral zorgen om woningnood, klimaat/duurzaamheid en onderwijs. Aangezien deze vier groepen ook verschillende kenmerken hebben, vooral op het gebied van opleiding en inkomen, versterken deze uitkomsten het idee van groepen in de stad die elkaar weinig tegenkomen en niet dezelfde beleving hebben van het leven in de stad. Deze scheidslijnen overbruggen kan een belangrijke bijdrage leveren aan verdere positieve ontwikkelingen in de stad.