Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Onderwijsloopbanen mbo-studenten in Amsterdam

In deze monitor staan drie momenten in de onderwijsloopbaan van studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) centraal: de overgang van het voortgezet onderwijs (vo) naar het mbo, de eerste paar jaar in het mbo en het moment van het behalen van het diploma. Studenten die in studiejaar 2011/’12 tot en met studiejaar 2015/’16 op een Amsterdamse mbo-locatie zijn gestart worden door de jaren heen gevolgd.

Samenvatting

In de figuur zijn de studenten die in studiejaar 2011/’12 (cohort 2011) zijn gestart als voorbeeld genomen om de relevante meetmomenten te laten zien. De analyses zijn gebaseerd op registergegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Cohort 2011 met relevante momenten mbo-onderwijsloopbaan

Cohort 2011 met relevante momenten mbo-onderwijsloopbaan

Cohort 2011 doorloop de volgende momenten in de mbo-oonderwijsloopbaan:

  • schooljaar 10/'11 - onderwijssituatie voor start mbo
  • schooljaar 11/'12 - eerste jaar mbo
  • schooljaar 12/'13 - diploma niveau 2
  • schooljaar 13/'14 - diploma niveau 3
  • schooljaar 14/'15 - diploma niveau 4
  • schooljaar 15/'16 tot 18/'19 - doorstuderen of diploma behaald met studievertraging

Het aantal mbo-studenten in Amsterdam is gestegen van 4.700 studenten in cohort 2011/’12 tot ongeveer 5.500 studenten in cohort 2015/’16. Amsterdam kent vier mbo-instellingen. Het ROC van Amsterdam (ROCvA) heeft de meeste studenten, gevolgd door ROC TOP, het Hout- en Meubileringscollege (HMC) en het Mediacollege Amsterdam (Ma).

Resultaten

Het aanbod van de instellingen verschilt. Zo volgt 35 procent van de studenten aan ROC TOP een niveau 4 opleiding, terwijl dit voor studenten op het Ma 86 procent is. En bij ROC TOP is bijna driekwart van de studenten (72 procent) woonachtig in Amsterdam, terwijl dit op het HMC slechts 10 procent is.

Steeds meer sectorwisselingen tijdens overstap van vo naar mbo

Steeds vaker gedurende de cohorten wordt er van sector gewisseld tijdens de overstap van het voortgezet onderwijs (profiel waarin examen is gedaan op vmbo-basis, vmbo-kader of vmbo- gemengd/theoretisch) naar het mbo. In Amsterdam wordt er meer gewisseld dan gemiddeld in Nederland. In cohort 2015/’16 is 60 procent van de Amsterdamse studenten van sector gewisseld tussen het vo en het mbo, ten opzichte van 51 procent landelijk.

Vooral mbo-studenten in de sector Zorg en Welzijn zijn in Amsterdam vaak van sector gewisseld, meer ook dan we landelijk zien. Mbo-studenten in de sector Techniek zijn het minst van sector gewisseld bij de overstap.

Toename in startersresultaat

Een toenemend deel van de studenten studeert een jaar nadat ze zijn ingestroomd nog aan dezelfde instelling, of is na het eerste jaar met een diploma uitgestroomd. Dit noemen we het startersresultaat. In Amsterdam ligt het startersresultaat voor cohort 2015/’16 op 82 procent, lager dan gemiddeld in Nederland (85 procent). Van de verschillende Amsterdamse mbo-instellingen ligt het startersresultaat het hoogst op het HMC (85 procent) en op het ROCvA (84 procent). Het startersresultaat van de mbo-studenten woonachtig in Amsterdam is vergelijkbaar met de andere G4 steden Het startersresultaat hangt samen met de leeftijd van studenten op het moment van instroom en het behaalde diploma in het vo. Startersresultaat wordt vaker gehaald door studenten die een vmbo-b diploma hebben gehaald en door studenten die bij de start aan het mbo jonger waren dan 17 jaar.

Startersresultaat van mbo-studenten in Amsterdam (per instelling) (procenten)

Startersresultaat van mbo-studenten in Amsterdam (per instelling) (procenten)

In schooljaar 2015/'16 behaalde mbo-studenten in Amsterdam gemiddeld 82 procent startersresultaat. Op het RocvA 84 procent, ROC TOP 74 procent, HMC 85 procent en Ma 79 procent startersresultaat.

Grote verschillen in sectorwisselaars tussen Amsterdamse instellingen

Gedurende de mbo onderwijsloopbaan wisselt 15 procent van de studenten in Amsterdam van sector, en van de studenten woonachtig in Amsterdam is dit zelfs 19 procent. Deze percentages liggen hoog vergeleken met Nederland als geheel (12 procent). Vooral op ROC TOP (25 procent) wordt in elk cohort vaak van sector gewisseld. Bij het wisselen van sector zien we een samenhang met de sector van de opleiding en migratieachtergrond: studenten die een Techniek opleiding volgen en studenten met een migratieachtergrond wisselen relatief vaker van sector.

Driekwart behaalt studiesucces

Driekwart van de mbo-studenten in Amsterdam uit cohort 2015/’16 heeft studiesucces behaald, dit wil zeggen dat de studenten een diploma hebben behaald binnen de tijd die ervoor staat plus eventueel een jaar extra. Als we specifiek kijken naar de studenten woonachtig in Amsterdam dan ligt het aandeel studiesucces met 72 procent iets lager. Beide percentages liggen ook bij deze indicator weer lager dan gemiddeld in Nederland (79 procent). Het percentage voor de Amsterdamse studenten is vergelijkbaar met Den Haag en Rotterdam, en iets lager dan in Utrecht (75 procent). Studenten op het HMC behalen met 82 procent het hoogste aandeel studiesucces van de Amsterdamse mbo-instellingen. Bij niveau 1 en niveau 4 is sprake van het hoogste aandeel studiesucces. Daarnaast is studiesucces ook hoger onder vrouwen en jongeren (jonger dan 17 jaar op het moment van instroom).

Aandeel studenten dat studiesucces heeft behaald in Amsterdam (per instelling) en landelijk (procenten)

Aandeel studenten dat studiesucces heeft behaald in Amsterdam (per instelling) en landelijk (procenten)

In schooljaar 2015/'16 behaalde mbo-studenten in Amsterdam gemiddeld 75 procent studiesucces. Het gemiddelde voor Nederland was 79 procent. Op het RocvA 75 procent, ROC TOP 73 procent, HMC 82 procent en Ma 76 procent studiesucces.

Aandeel stapelaars in Amsterdam vergelijkbaar met landelijk

Na het behalen van een diploma in het mbo kunnen studenten doorstromen naar een volgende opleiding en op deze manier meerdere diploma’s halen. Als het niveau van het laatste diploma van een student hoger is dan het eerder behaalde diploma, dan noemen we de student een stapelaar. Zowel in Amsterdam als in Nederland stapelt ongeveer een vijfde (22 procent) van de mbo- studenten diploma’s. Op het ROCvA ligt het aandeel stapelaars met 25 procent het hoogst van de verschillende instellingen. Jongere studenten, vrouwen en studenten met een migratieachtergrond stapelen relatief vaker diploma’s.

Meer studiesucces onder studenten die niet van sector wisselen en startersresultaat behalen

Het eerste jaar is belangrijk voor het vervolg van de onderwijsloopbaan van mbo-studenten. Studenten die na een jaar nog aan dezelfde instelling studeren (startersresultaat), behalen namelijk vaker hun diploma binnen de tijd die ervoor staat, met eventueel een jaar uitloop (studiesucces); 83 procent tegenover 49 procent.

Van de studenten die gedurende hun studie een andere opleiding volgen (binnen een andere sector) dan waarmee ze begonnen zijn (sectorwisselen), zien we dat 70 procent studiesucces behaalt, ten opzichte van 83 procent van de studenten die niet van sector zijn gewisseld. Voor sectorwisselen bij de overstap van vo naar mbo, zijn de verschillen op studiesucces minimaal.

Aandeel studenten dat studiesucces heeft behaald, naar sectorwisselen en startersresultaat (procenten)

Aandeel studenten dat studiesucces heeft behaald, naar sectorwisselen en startersresultaat (procenten)

Het aandeel studenten dat studiesucces behaalde na een sectorwissel tussen vo en mbo was nagenoeg gelijk aan het aandeel dat toen geen sectorwissel deed. Het aandeel studenten dat studiesucces behaalde na een sectorwissel in het mbo was 13 procent lager dan het aandeel dat geen sectorwissel in het mbo deed. Het aandeel studenten dat studiesucces behaalde is veel hoger bij studenten die ook startersresultaat behaalden.