Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Factsheet: Overstappers so en sbo in beeld

Tussen 2018/'19 en 2020/'21 is het aantal leerlingen dat naar het speciaal basisonderwijs is doorverwezen gedaald en is het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs licht gestegen.

De afdeling Onderwijs van de gemeente Amsterdam heeft samen met het samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam-Diemen aan Onderzoek en Statistiek gevraagd om te kijken welke leerling- en schoolkenmerken een rol spelen in de overstap van het regulier naar speciaal (basis)onderwijs. Om dit te onderzoeken is er op basis van Microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek naar de leerling- en schoolkenmerken gekeken van kinderen die in Amsterdam en Diemen tijdens of na schooljaar 2018/’19, 2019/’20 of 2020/’21 deze overstap hebben gemaakt.

Aantal leerlingen dat is overgegaan of wordt doorverwezen naar het s(b)o, in Amsterdam en Diemen

Overgegaan doorverwezen naar het s(b)o, in Amsterdam en Diemen

In deze periode is het aantal leerlingen dat naar het speciaal basisonderwijs (sbo) is doorverwezen gedaald en is het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs (so) licht gestegen. Leerlingen die naar het sbo en so worden doorverwezen zijn voor het merendeel jongens, hebben een lage sociaaleconomische status, komen relatief vaak uit éénoudergezinnen en hebben vaker een migratieachtergrond. Daarnaast worden leerlingen op scholen met een hoger risico op onderwijsachterstand en waar veel kinderen en leraren wisselen vaker doorverwezen naar het s(b)o.

Leerlingen met lichamelijke, zintuigelijke of verstandelijke beperkingen en leerlingen die psychische of gedragsproblemen hebben kunnen vanuit het reguliere onderwijs worden doorverwezen naar het so. Het sbo is voor kinderen die zich in het regulier onderwijs niet optimaal kunnen ontwikkelen. Hier gaat het om leerlingen met lichtere problematiek. In oktober 2021 waren er in Amsterdam elf scholen voor speciaal basisonderwijs en zestien scholen voor speciaal onderwijs.