Steun aan kinderen in armoede
- Publicatie
- januari 2024
Voor Amsterdamse kinderen in armoede is er gemeentelijke ondersteuning. Soms is deze steun rechtstreeks; denk hierbij aan de Stadspas of een laptop die ouders kunnen aanvragen via de website ‘Pak je Kans’ van de gemeente. Daarnaast zijn er stichtingen die zich inzetten voor kinderen in armoede, gedeeltelijk op basis van gemeentelijke subsidie. Hier kunnen ouders terecht die niet zelfstandig de weg naar de gemeente te vinden of onvoldoende toegang hebben tot gemeentelijke voorzieningen.
Welke kinderen in Amsterdam ontvangen hulp, om welke redenen en op welke wijze?
Onderzoek en Statistiek heeft in opdracht van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) onderzocht hoe de hulp vanuit stichtingen zich verhoudt tot (overige) gemeentelijke steun aan kinderen uit gezinnen met weinig geld. Het gaat om Stichting Samen is niet alleen (SINA), Stichting Leergeld Amsterdam (LgA) en het Jeugdeducatie fonds (JEF). De centrale vraagstelling hierbij is: Welke Amsterdamse ouders krijgen ondersteuning van deze stichtingen voor kinderen in minimahuishoudens, om welke redenen, en verschilt dit tussen Stadspasgebruikers enerzijds en kinderen en ouders zonder Stadspas anderzijds?
Stichtingen JEF, LgA en SINA
De drie stichtingen richten zich op verschillende populaties en producten. Kinderen op JEF-scholen - scholen waar de meerderheid van de leerlingen opgroeit in armoede - maken aanspraak op ondersteuning door JEF. Overige kinderen kunnen terecht bij LgA voor schoolse zaken (bijvoorbeeld en laptop of huiswerkbegeleiding) en bij SINA voor niet-schoolse zaken (bijvoorbeeld een bed of bureau). Daarnaast helpen de stichtingen ouders om hun weg te vinden naar gemeentelijke ondersteuning, als blijkt dat zij hiervoor in aanmerking komen maar er nog geen gebruik van maken.
Stichtingen en de gemeente ondersteunen ten dele dezelfde, maar ook andere kinderen
Er bestaat overlap tussen begunstigden van stichtingen en degenen die gebruik maken van de gemeentelijke regelingen zoals de Stadspas. Ouders gebruiken deze bronnen voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld korting op sport via de Stadspas en bijvoorbeeld geld voor een bed, bureau of bijles via een stichting. Er zijn echter ook ouders die geen recht hebben op of gemeentelijke regelingen of hier geen gebruik van maken, maar wel ondersteund worden door een of meerdere stichtingen. Het gaat hier bijvoorbeeld om ouders met een huishoudinkomen (net) boven de minimagrens die, bijvoorbeeld als gevolg van schulden, niet genoeg geld hebben om van te leven.
Stichtingen bereiken ouders met inkomen uit werk iets beter dan de gemeente
Het onderzoek vergelijkt drie groepen kinderen: de totale groep kinderen in minimahuishoudens, de groep kinderen in minimahuishoudens met een Stadspas en de groep kinderen die door de stichtingen ondersteund worden. Huishoudens die rondkomen van een uitkering worden relatief goed bereikt door de Stadspas en huishoudens met inkomen uit loon of een eigen onderneming juist beperkt. De stichtingen ondersteunen relatief veel huishoudens met een inkomen uit loon en slagen dus iets beter dan de gemeente in het bereiken van werkende armen met kinderen.
Sommige ouders wenden zich direct tot de gemeente voor hulp bij een laag inkomen. Andere ouders kloppen aan bij stichtingen, die niet in de laatste als voorportaal voor gemeentelijke hulp dienen. Dat de inkomstenbron van ouders vaak bepalend is voor de route die zij bewandelen om de gewenste steun te ontvangen, illustreren we aan de hand een quote uit een interview met ouder die een laag inkomen heeft, maar niet automatisch de Stadspas ontvangt:
"Maar je moet er wel bekend mee zijn. Omdat als je werkt ben je ook niet bekend bij de gemeente van ‘oh, die heeft een laag inkomen.’ Als je een uitkering hebt dan krijg je alles automatisch gewoon toegereikt eigenlijk. Dat heb je niet als je werkt." Ouder over gemeentelijke hulp bij een laag inkomen.
Steun van stichtingen aan stadpashouders vaak aanvullend aan gemeentelijke hulp
Op basis van een enquête die is uitgezet onder het Stadspaspanel is meer inzicht verkregen in de bekendheid van ouders met stichtingen, waarom zij daar aankloppen en hoe zij dat ervaren. Daarnaast zijn vijf ouders en drie intermediairs hierover geïnterviewd. Ouders en kinderen die wel een Stadspas hebben vragen stichtingen om hulp bij zaken die de gemeente niet verstrekt, of voor extra zaken: wanneer de scholierenvergoeding voor andere uitgaven aan school, sport of cultuur is aangewend. Het komt echter ook andersom voor: ouders weten dat ze iets bij een stichting kunnen aanvragen zoals een bureau, maar kiezen ervoor om de scholierenvergoeding in te zetten, bijvoorbeeld omdat ze via deze weg meer keuzevrijheid hebben bij de aanschaf.
"[…] en zo ben ik bij SINA terechtgekomen en heb ik inderdaad een aanvraag ingediend twee jaar geleden voor mijn oudste, haar muzieklessen en dat is toen ook goedgekeurd en dan, nou ja, jij betaalt de helft en zij betalen de helft. Vorig jaar heb ik dat met de Stadspas weten te kunnen betalen en dit jaar wordt het nog even over uitvogelen, hoe ik dat zal doen." Ouder over gemeentelijke hulp bij een laag inkomen.
Wat er volgens ouders ontbreekt binnen de armoedevoorzieningen heeft vooral betrekking op kinderen in het voortgezet onderwijs. De scholierenvergoeding is dan niet altijd voldoende, en vooral het bekostigen van OV wordt als problematisch ervaren. Ook voor de bekostiging van een (tweede) sport voor hun kind vinden ouders met een Stadspas niet altijd de steun die zij zoeken.