Verhuizen uit, naar en binnen Zuidoost, 2019-2020
- Publicatie
- februari 2024
In deze monitor zijn de verhuisbewegingen uit, naar en binnen Amsterdam Zuidoost in kaart gebracht. Er is onderzocht wie er verhuizen, in welke huursegmenten en waar naartoe. Dit is gebeurd voor de periode 2019-2020. Daarnaast is beschreven wat de woonwensen van huishoudens in Zuidoost zijn.
Helft van de nieuwe inwoners van Zuidoost is jonger dan 28 jaar
Eind 2021 telde Zuidoost bijna 50.000 huishoudens. In de jaren 2019 en 2020 zijn er 9.900 huishoudens naar het stadsdeel toe verhuisd en zijn er 3.300 binnen het stadsdeel verhuisd. In deze periode vertrokken er 10.300 huishoudens uit Zuidoost. Vertrekkers uit Zuidoost verhuizen in vergelijking tot de andere stadsdelen relatief vaak naar een andere gemeente of naar het buitenland. Huishoudens die naar een ander stadsdeel vertrokken kwamen relatief vaak in Oost of Nieuw-West te wonen.
De helft van de vestigers in Zuidoost is jonger dan 28 jaar en ook de vertrekkers zijn relatief jong. Het gaat hier relatief vaak om studenten. Driekwart van de vestigers in het stadsdeel zijn eenpersoonshuishoudens. Onder de vertrekkers is dit aandeel lager (58 procent). Een aanzienlijk deel van de verhuisdynamiek van vestigers en vertrekkers vindt in de particuliere huursector plaats. Bij doorstromers speelt de particuliere huursector ook een grote rol, maar een groter deel verhuist naar een corporatiewoning.
Het aandeel vertrek ligt het hoogst in Amstel III/Bullewijk, Bijlmer-Centrum en Bijlmer Oost. Vertrekkers bewoonden verhoudingsgewijs vaak een particuliere huurwoning in Zuidoost en verruilen deze vaak voor een andere particuliere huurwoning. Vertrekkers uit corporatiewoningen verhuisden meestal naar een andere corporatiewoning. Huishoudens die zich in Zuidoost vestigen, komen het vaakst in particuliere huurwoningen terecht, gevolgd door sociale huurwoningen.
Vier op de tien huishoudens die willen verhuizen, willen in Zuidoost blijven
In het stadsdeel geven 18-27-jarigen relatief vaak aan dat zij willen verhuizen, ook als studenten buiten beschouwing worden gelaten. De hogere inkomens in Zuidoost zijn minder verhuisgeneigd dan gemiddeld in de stad, terwijl er binnen huishoudens met lagere inkomens (tot de sociale huurgrens) juist vaker verhuiswensen zijn. Vooral in Bijlmer-Centrum, Venserpolder en Bijlmer-Oost hebben bewoners relatief vaak verhuiswensen.
Vier op de tien huishoudens die willen verhuizen, zeggen in Zuidoost te willen blijven wonen. 55-plussers willen het vaakst in het stadsdeel blijven en dan meestal in de eigen buurt. Jongvolwassenen willen juist vaak in een ander stadsdeel wonen. Verhuisgeneigden met hoge inkomens oriënteren zich relatief vaak op een woonplek buiten de stad. Tevens valt op dat mensen met maximaal een mbo-1 opleiding relatief vaak in het eigen stadsdeel en in de eigen buurt willen blijven wonen.
Huishoudens in Zuidoost die aangeven te willen verhuizen noemen relatief vaak als reden dat de buurt niet bevalt. Twee op de tien noemen deze reden, waar dit gemiddeld in de stad voor een op de tien geldt. Studenten en huishoudens met hogere inkomens geven deze reden het meest. Deze reden wordt vaker genoemd door bewoners van Venserpolder en Bijlmer-Centrum dan in andere wijken van het stadsdeel. In het rapport wordt verder ingegaan op verschillen in woonwensen tussen leeftijds- en inkomensgroepen.