Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Waterrecreatie 2022

Het water in Amsterdam is populair onder recreanten en watersporters. Tegelijkertijd is het water belangrijk voor vrachtvervoerders en rederijen. De gemeente wil het toenemend aantal watergebruikers in goede banen leiden én watersporten stimuleren. Daarom is er behoefte aan een beter beeld van de recreatieve watergebruikers in de stad. In het onderzoek ‘Waterrecreatie 2022’ zijn roeiers, zeilers, suppers en kanoërs gevraagd naar hun sportgewoonten en ervaringen op het water. In totaal vulden ruim 1.700 watersporters de vragenlijst in.

In het onderzoek komen veel verschillende onderwerpen aan bod, zoals de sportmomenten, afgelegde afstanden en sportredenen. Daarnaast is gevraagd naar de voorkeurslocaties en de knelpunten op het water. Ook waren er vragen over de bekendheid met de vaarregels en hoofddoorvaartroutes en over de voorzieningen die de watersporters missen aan de waterkant. Ten slotte is ook nog gevraagd of men wel eens waterfietste, wat overigens maar voor weinig respondenten gold. Hieronder worden enkele resultaten uit het onderzoek uitgelicht.

Van de respondenten die watersporten in Amsterdam, roeit 22 procent. Twaalf procent kanoot, 16 procent supt en 10 procent zeilt. Vier van de tien respondenten doen (ook) een andere watersport. Van de andere watersporten is zwemmen het meest populair met 35 procent. Gemotoriseerd varen komt daarna met 20 procent. Surfen en vissen staan op de derde en vierde plek. Bij “anders namelijk” wordt vaak kitesurfen genoemd.

Roeien het hele jaar door, suppen in de zomer

Bijna iedereen die in Amsterdam roeit is lid van een vereniging, bij kanoërs en zeilers is dat de helft. Van de suppers is nagenoeg niemand lid van een vereniging. Roeiers maken meestal gebruik van een boot van de vereniging (93 procent), bij de andere groepen gaat het veelal om een eigen kano, sup of zeilboot (tussen 62 procent en 82 procent). De belangrijkste reden om aan roeien te doen is om te sporten, voor kanoërs, suppers en zeilers is dat eerder het hebben van plezier en het buiten zijn. Het weekend is het populairste sportmoment van de week voor alle vier de watersporten. Voor kanoërs en roeiers is de woensdag ook een piekdag. Suppen en zeilen is wat minder vaak aan een dag gebonden, maar de seizoenen zijn ook van invloed op de sportbeoefening. Waar het grootste deel van de roeiers aangeeft het hele jaar door te roeien, ligt het zwaartepunt van de suppers en kanoërs eerder in de zomer en lente. Er is echter ook een aanzienlijk deel van de kanoërs dat zich net als de roeiers, weinig van de seizoenen aantrekt. Zeilers verkiezen vooral de zomer, maar trekken er ook in de lente en herfst op uit met de zeilboot.

Zeven van de tien watersporters geven aan dat ze bekend zijn met de vaarregels en de gedragsregels op het water. Er is wel een verschil tussen de watersporters. Bij roeiers en zeilers zijn deze regels vaker bekend dan bij kanoërs en suppers, of degenen die een andere watersport beoefenen. Hoe ouder de watersporter, hoe vaker men de regels zeker zegt te kennen. Hoewel ook onder de jongste groepen minstens de helft aangeeft de regels op het water zeker te kennen, is er onder de jongeren tot 35 jaar ook nog een aanzienlijke groep die de regels een beetje zegt te kennen.

Roeiers noemen de grachten in de binnenstad vaak als minder geschikte roeilocatie. De knelpunten die zij ondervinden tijdens het sporten zijn met name golven door hard varende pleziervaart en onbekwame en onvoorspelbare schippers van motorboten die niet goed opletten. Andere knelpunten voor roeiers zijn rondvaartboten die geen rekening houden met de breedte en kwetsbaarheid van de boot en zwemmers die niet goed zichtbaar zijn.

De knelpunten die kanoërs en suppers ervaren, lijken op die van de roeiers. Zij hebben ook de ongemakken van hard varende en onbekwame schippers op de pleziervaart en van rondvaartboten die geen rekening met ze houden. Kanoërs noemen als minder geschikte vaarlocatie de grachten en daarnaast het IJ en het Amsterdam-Rijnkanaal. Suppers geven ook vaak aan dat dit geen goede locaties zijn om de sport uit te oefenen. Bij zeilers is het voor de vaarroute vooral belangrijk dat er geen waterplanten zijn waar de boot in verstrikt kan raken.

In het onderzoek is verder te lezen welke locaties wel favoriet zijn onder de verschillende watersporters. Een deel van de watersporters heeft behoefte aan meer aanlegsteigers, zwemtrappen en toiletten aan wal in de stad.