Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Amsterdam vergrijst

De Amsterdamse bevolking vergrijst. De babyboomers, de grote generatie geboren na de Tweede Wereldoorlog, passeerden de afgelopen jaren de leeftijdsgrens van 65 jaar. Door de stijgende levensverwachting is er sprake van een dubbele vergrijzing. Het aantal 85-plussers neemt toe.

Om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van de vergrijzing verzamelt O&S cijfers over ouderen op het gebied van verschillende thema’s zoals wonen, welzijn, participatie, arbeid en inkomen.

Hoe groot is de vergrijzing in Amsterdam?

Volgens de bevolkingsprognose van O&S neemt het aantal inwoners van de gemeente Amsterdam van 65 jaar en ouder toe van 123.200 op 1 januari 2023 naar 190.500 in 2050. In 2023 was 13 procent van de Amsterdammers 65 jaar of ouder, in 2050 is dit naar verwachting 17 procent. Dit is naar verwachting een toename van ruim 67.300. De toename is volgens de prognose het grootst binnen de leeftijdscategorie 75 tot 84 jaar (+28.800). Het aantal 85-plussers neemt naar verwachting toe van 11.700 (1,3 procent van de inwoners) in 2023 naar 37.400 (3,4 procent) in 2050. De verwachte toename van het aantal ouderen in de stad heeft te maken met het ouder worden van de huidige bevolking. Door deze vergrijzing stijgt het gemiddelde leeftijd in Amsterdam.

Toch is het aandeel ouderen in Amsterdam in vergelijking met het landelijk gemiddelde relatief laag en dit verschil neemt toe. In 2023 is 20 procent van de Nederlandse bevolking 65 jaar en ouder en in 2050 25 procent. De vergrijzing in Amsterdam is minder sterk doordat er relatief veel jongeren (vooral studenten) naar de stad verhuizen en daar zeker de eerste tijd blijven.

Hoe ziet de vergrijsde bevolking er uit?

De samenstelling van de groep ouderen verandert en wordt meer divers: het aandeel ouderen met een migratieachtergrond neemt toe. Dit wordt ook wel de ‘gekleurde vergrijzing’ genoemd. Om iets te zeggen over deze ontwikkeling zijn cijfers naar migratieachtergrond in 2023 vergeleken met cijfers uit 2013. Begin 2013 telde Amsterdam ongeveer 64.000 65-plussers zonder migratieachtergrond. In 2023 is hun aantal met 15 procent toegenomen tot 73.500. Deze toename tussen 2013 en 2023 is lager dan gemiddeld onder alle 65-plussers (+33 procent). Dit betekent een sterkere groei onder Amsterdammers met een migratieachtergrond. Het aantal 65-plussers is tussen 2013 en 2023 het sterkst gegroeid onder Amsterdammers met een overig Afrikaanse migratieachtergrond (+418 procent). Behalve onder Amsterdammers met een Europese migratieachtergrond, is ook het aantal 65-plussers sterker dan gemiddeld gegroeid onder de andere categorieën met een migratieachtergrond.

In een bevolkingsprognose van O&S uit 2020 wordt verwacht dat het aandeel 65-plussers met een migratieachtergrond in 2050 aanzienlijk gaat stijgen (van 37 procent in 2020 naar 55 procent in 2050). In de leeftijdscategorie 70 tot 74 jaar zal naar verwachting het aandeel met een migratieachtergrond toenemen van 36 procent in 2020 naar 61 procent in 2050. In de leeftijdscategorie 85 jaar en ouder neemt volgens de prognose dit aandeel eveneens sterk toe, namelijk van 26 procent naar 43 procent.

Het aandeel ouderen met een migratieachtergrond in Amsterdam is nu en zal naar verwachting in de toekomst veel hoger zijn dan in de rest van het land. In 2020 heeft in Nederland 14 procent van de 65-plussers een migratieachtergrond en in 2050 naar verwachting 23 procent.

Hoe wonen ouderen in de stad?

Het grootste deel van de ouderen woont zelfstandig thuis. De helft woont alleen en dit aandeel is iets gestegen vergeleken met 10 jaar gelden (van 48 procent in 2013 naar 50 procent in 2023). In absolute zin gaat het om een toename van 44.700 in 2013 naar 61.600 in 2023. Vooral in de leeftijdscategorie 65 tot 74 jaar is in de afgelopen tien jaar het aandeel alleenwonende ouderen gestegen. Deze stijging komt vaak door het overlijden van een partner en het steeds langer thuis blijven wonen van ouderen.

Een deel van de ouderen woont niet zelfstandig maar op een institutioneel adres, zoals een verpleeg- of verzorgingstehuis. Het aandeel dat op een institutioneel adres woont, is in de afgelopen jaren gedaald. In 2013 ging het nog om 3,9 procent van de ouderen en in 2023 om 2,5 procent. In absolute zin gaat het om een afname van 3.600 in 2013 naar 3.100 in 2023.

Waar wonen ouderen in de stad?

Gebieden waar het aandeel ouderen relatief laag is, zijn Bijlmer-West (0,6 procent), Sloterdijk Nieuw-West (1,4 procent), en IJburg / Zeeburgereiland (5 procent). Volgens de prognose zijn dat in 2050 de gebieden IJburg / Zeeburgereiland (11 procent), Slotervaart (12 procent), en Bos en Lommer (12 procent).

Hoe kwetsbaar zijn ouderen?

Een kwart van de 66-plussers in de stad bevindt zich in 2021 in een meest kwetsbare positie. Een meest kwetsbare positie betekent dat iemand minstens drie punten heeft op één van de volgende situaties:

  • alleenwonend en kwetsbaar op gezondheid, of samenwonend met een partner die kwetsbaar is op gezondheid;
  • hogere ziektekosten dan de gemiddelde Amsterdammer, een uitkering WLZ, of niet-zelfstandig wonend in een instituut
  • een gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste twintig procent van Nederland
  • een basisschool of een vmbo-/mbo-1 opleidingsniveau

In Noord (30 procent), West (30 procent), Nieuw-West (29 procent), Zuidoost (26 procent) en Oost (26 procent) ligt het aandeel 66-plussers in de meest kwetsbare positie hoger dan gemiddeld in Amsterdam (25 procent). In stadsdeel Centrum is dit aandeel met 18 procent het laagst.

Specifieke gebieden met het grootste aandeel 66-plussers in een dergelijke kwetsbare positie zijn: Bos en Lommer (36 procent), Bijlmer-Centrum (34 procent), en Osdorp (33 procent). Oud-Zuid heeft het laagste aandeel ouderen in kwetsbare positie (14 procent). De themapagina over het ‘welzijn van ouderen’ in dit dossier beschrijft de achtergrondkenmerken van deze groep.