Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Cultuur en recreatie in cijfers

Amsterdam heeft een groot cultuuraanbod. Er zijn daarnaast steeds meer andere soorten attracties in de stad, zoals VR-gamehallen, paintballhallen en escaperooms. Amsterdammers vullen hun vrije tijd daarnaast met allerlei hobby’s en sporten. Populair zijn bijvoorbeeld ‘aquascaping’ en analoge fotografie. Ook doen steeds meer inwoners aan urban sports en padel. Welke ontwikkelingen zien we nog meer op het gebied van cultuur en recreatie?

Welke uitgaansgelegenheden zijn er in Amsterdam?

Wie in Amsterdam wil uitgaan, kan onder andere kiezen uit een divers cultuuraanbod. Zo waren er op 1 april 2023 in totaal 1.150 cultuurvestigingen in de stad. Tussen 2012 en 2022 is dit aantal vestigingen bijna verdubbeld. Daarna lijkt die groei te zijn afgeremd. In 2023 waren er ongeveer net zoveel culturele vestigingen als een jaar eerder.

In de afgelopen jaren zijn er onder andere steeds meer musea bijgekomen die entertainment samenbrengen met een licht kunstzinnig aanbod. Voorbeelden zijn NDSM-Fuse en WONDR. Bij deze expositieruimtes staat de beleving centraal. Ze zijn populair onder een groot publiek. Veel bezoekers komen er naartoe om foto’s te maken die ze op sociale media kunnen plaatsen.

Daarnaast groeit het uitgaansaanbod doordat ook de aantallen van andere soorten attracties toenemen. Amsterdam heeft steeds meer VR-game- en VR-experiencehallen, lasergamehallen, paintballhallen en bowlingbanen. Inmiddels zijn er ook 22 escaperooms in de stad.

Het Rijksmuseum is de meest bezochte attractie van Amsterdam. In 2022 ontving het museum bijna 1,8 miljoen bezoekers. In 2019 waren dat er 2,7 miljoen. Het museum had in 2022 nog last van het staartje van corona. De Ziggo Dome staat tweede in de ranglijst met 1,5 miljoen bezoekers. De top drie wordt gesloten door het Van Gogh Museum met 1,4 miljoen bezoekers. Na het Rijksmuseum en het Van Gogh museum was het Anne Frank Huis het Amsterdamse museum met de meeste bezoekers in 2022.

Veel musea zitten in de binnenstad. Andere soorten attracties, zoals de eerdergenoemde lasergamehallen, zijn juist meer in de buitenwijken te vinden. Gemiddeld geven Amsterdammers het aanbod aan culturele voorzieningen in hun buurt een 6,2 als rapportcijfer. Inwoners die in het centrum wonen geven een rapportcijfer dat daar ruim boven valt, namelijk een 7,8.

Wie bezoeken de uitgaansgelegenheden?

In 2022 bezochten ruim zeven op de tien inwoners een of meerdere uitgaansgelegenheden, zoals een museum, een film of een houseparty. Voor corona was dat ongeveer acht op de tien. Amsterdammers bezoeken weer net zo vaak musea als in 2018. Andere soorten uitgaansgelegenheden bezoeken zij wel nog minder.

Niet iedereen gaat evenveel uit. Van degenen met een hoog inkomen is 89 procent naar een uitgaansgelegenheid geweest in 2022. Onder Amsterdammers met een laag inkomen is dit 58 procent. Ook nemen jonge inwoners vaker deel aan het uitgaansleven dan oudere. Jonge mensen gaan relatief vaak naar de film, houseparty’s en popconcerten. Ouderen gaan juist vaker naar een concert van klassieke muziek, een balletuitvoering of een opera.

Welke hobby’s en sporten doen Amsterdammers graag?

In 2022 had driekwart van de inwoners minimaal één hobby. Drie op de vijf hadden zelfs meer dan één hobby. Het lijkt erop dat Amsterdammers hun nieuwe hobby’s uit de coronaperiode vasthouden. Zo is ‘aquascaping’ nog altijd populair, net zoals analoge fotografie.

Niet alle groepen hebben even vaak een hobby. Van de inwoners die gemakkelijk rondkomen heeft circa acht op de tien er een. Onder de mensen die moeilijk rondkomen is dit nog geen zeven op de tien. Ook hebben mensen met een goede gezondheid hebben vaker een hobby dan inwoners die aangeven een slechte gezondheid te hebben.

Zeven op de tien Amsterdamse inwoners tussen de 5 en 80 jaar sporten wekelijks. Landelijk is dat zes op de tien mensen. Onder kinderen is het zelfs nog meer: 92 procent van de Amsterdamse kinderen tussen 5 en 12 jaar sport wekelijks. Hoe ouder mensen zijn, hoe minder vaak zij wekelijks sporten. Daarnaast sporten hbo- en wo-opgeleiden vaker wekelijks dan inwoners met een andere opleiding. Bijna een kwart van de Amsterdammers sport helemaal niet.

De grootste groep Amsterdamse sporters sport individueel en ongeorganiseerd, namelijk 40 procent. Daarnaast sport 31 procent bij een commerciële aanbieder. 28 procent van de sporters is actief lid van een sportvereniging. Het aandeel sporters dat in verenigingsverband sport, is nu weer vergelijkbaar met de periode voor corona.

Fitness is de meest populaire sport in de stad, zowel onder mannen als onder vrouwen. Ongeveer een vierde van alle volwassenen doet aan fitness. In 2022 deed 11 procent van de volwassenen een urban sport. Die sporten worden snel steeds populairder. Ook padel is een snelgroeiende sport. Van alle Amsterdammers heeft 8 procent in 2022 een partijtje padel gespeeld.

Van wat voor soort verenigingen zijn Amsterdammers lid?

Ongeveer twee op de vijf inwoners zijn lid van een vereniging. In 2018 was dit nog ongeveer de helft. Meestal zijn zij lid van een sportvereniging of een organisatie met een maatschappelijk doel. Maar juist ook deze lidmaatschappen komen steeds minder vaak voor. Inwoners die veel contact hebben met vrienden zijn relatief vaak lid van een vereniging.

In 2022 was 26 procent van de volwassen inwoners lid van een sportvereniging. In 2018 ging het nog om 32 procent. Onder 18- tot 34-jarigen is dat aandeel relatief hoog. Dat geldt ook voor Amsterdammers met een hoog inkomen of een hbo- of wo-opleiding. Verder zijn er grote verschillen tussen stadsdelen. In Weesp is het aandeel het hoogst met 42 procent. Aan de andere kant is in Zuidoost slechts 17 procent lid van een sportvereniging.