D66 deed het minder goed dan in 2021 en eindigt als derde partij met 9,9 procent. Net als landelijk wint de PVV: de partij van Geert Wilders is met 9,6 procent de vierde partij van de stad, gevolgd door DENK (7,5 procent) en NSC van Pieter Omtzigt (6,6 procent).

De Partij voor de Dieren (4,8 procent), Volt (3,8 procent), de SP (3,2 procent) en BIJ1 (2,3 procent) verloren allemaal ten opzichte van de vorige Kamerverkiezingen.

De uitslag verschilt van wijk tot wijk. GroenLinks-PvdA is vooral in het centrum de grootste partij. In Zuid doet de VVD het goed, in West DENK en in Weesp de PVV. In grijsgekleurde wijken waren geen stembureaus.

De opkomst was in Amsterdam met 71 procent lager dan de 77,7 procent landelijk en ook lager dan de 75,7 procent van de Amsterdamse kiezers die in 2021 naar de stembus ging.

De opkomst is niet overal in de stad even hoog. In het centrum gaan relatief veel Amsterdammers stemmen, in Zuidoost en Nieuw-West minder. In sommige wijken is de opkomst (veel) hoger dan 100 procent omdat mensen daar bijvoorbeeld kunnen stemmen op een station of in een grote tent. Andersom kan de opkomst laag zijn als voor relatief veel bewoners het dichtstbijzijnde stembureau net in een andere wijk ligt.