Elf procent Amsterdamse huishoudens kampt met energiearmoede
- 20 juli 2021
Wanneer huishoudens meer dan 10 procent van hun inkomen kwijt zijn aan energielasten, wordt er gesproken van energiearmoede. Om meer grip te krijgen op deze problematiek is inzicht nodig in hoe de energielasten zich door de tijd heen ontwikkelen, en bij welke huishoudens dit tot (relatief en absoluut) hoge energielasten leidt. Daar gaat dit onderzoek op in.
In 2019 waren Amsterdamse huishoudens gemiddeld €120 per maand kwijt aan energielasten. Dat is meer dan in 2017, toen ging het om €110. Maar omdat ook de inkomens van Amsterdammers groeiden, zijn zij gemiddeld een even groot deel van het inkomen kwijt aan de energierekening. Dit aandeel, ook de energiequote genoemd, was gemiddeld 5 procent.
Bij huishoudens waar de energiequote hoger is dan 10 procent, spreken we van energiearmoede. Ook het aandeel huishoudens dat hiermee te maken heeft bleef ten opzichte van 2017 stabiel op 11 procent. In 2013 lagen de energielasten een stuk hoger. Toen lag de energiequote gemiddeld op zeven procent en kampte achttien procent van de huishoudens met energiearmoede. De energielasten volgen de ontwikkeling van de wereldwijde energieprijzen.
Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien (90 procent) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. Verschillen in de kans op energiearmoede tussen andere huishoudenskenmerken worden vaak verklaard door het verschil in inkomen. Zo komt energiearmoede relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Dit hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het huishoudensinkomen per saldo lager is.
Binnen Amsterdam zijn de relatieve energielasten het hoogst in de stadsdelen Zuidoost, Noord en Nieuw-West. In Zuidoost kampt 19 procent van de huishoudens met energiearmoede, in Noord is dit 17 procent en in Nieuw-West 14 procent. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Zuid, Centrum en Oost komt in de loop van de jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant.
Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met energiearmoede te maken heeft, dit zijn de donkerblauwe gebieden in de onderstaande figuur.