Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Zorg in cijfers

In Amsterdam zijn in totaal ruim 14,5 duizend gezondheids- en welzijnsvestigingen, zoals huisartsen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen en zelfstandige zorgprofessionals. 12 procent van de volwassen Amsterdammers ontvangt hulp vanwege hun gezondheid. Inwoners zijn minder tevreden over hoe de zorg in de stad geregeld is dan een paar jaar geleden. Juist de mensen die hun gezondheid als matig of slecht ervaren of een chronische ziekte hebben, zijn het minst vaak tevreden. Wat valt nog meer op als het gaat om de zorg in de stad?

Hoeveel gezondheids- en welzijnsvestigingen zijn er in Amsterdam?

In totaal zijn er 14.564 vestigingen in de gezondheids- en welzijnszorg geregistreerd in Amsterdam in 2023. Daaronder vallen bijvoorbeeld ziekenhuizen, huisartsen, GGZ-instellingen en vestigingen voor verpleging en verzorging. De meeste vestigingen bevinden zich in de stadsdelen Zuid en Nieuw-West.

In de afgelopen tien jaar is het aantal gezondheids- en welzijnsvestigingen in de stad bijna verdubbeld. Dat komt voor een groot deel doordat er steeds meer zelfstandigen zonder personeel in de zorg zijn. In 2013 bestond 53 procent van de vestigingen uit zzp-ondernemingen. In 2023 was dat aandeel opgelopen tot 68 procent. Dat komt neer op 9.855 zzp’ers in de sector gezondheids- en welzijnszorg in dat jaar.

Eerstelijnszorg is de zorg waar mensen zonder verwijzing naartoe kunnen gaan. Hieronder vallen onder andere huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten en de apotheek. Op ZorgkaartNederland waren er op 6 augustus 2024 463 huisartsen binnen de gemeente Amsterdam te vinden. Daarnaast zijn er volgens het platform 668 tandartsen en 977 fysiotherapeuten. De gemeente telt 108 apotheken.

Waar vinden Amsterdammers hulp?

Voor sommige inwoners is alleen de eerstelijnszorg niet genoeg. Zij hebben meer zorg of hulp nodig vanwege hun gezondheid. In 2022 gaf 12 procent van de volwassen Amsterdammers aan hulp te ontvangen om die reden. Die hulp kan bestaan uit ondersteuning bij huishoudelijke activiteiten, persoonlijke verzorging en/of verpleging. In zes van de tien gevallen gaat het om informele hulp. Mensen krijgen dan hulp van gezinsleden, familieleden, vrienden, kennissen of buren. Drie op de tien inwoners die hulp ontvangen, krijgen niet-particuliere professionele hulp zoals thuiszorg. 13 procent van hen krijgt particuliere hulp.

Vanzelfsprekend krijgen vooral oudere inwoners, inwoners met een langdurige aandoening en inwoners die een matige of slechte gezondheid ervaren, hulp. Of iemand hulp ontvangt, hangt ook samen met diens gevolgde opleiding en inkomensklasse. Amsterdammers met een hbo-/wo-opleiding krijgen de helft minder vaak gezondheidshulp dan inwoners met een mbo-1 opleiding. Zij zijn ook vaker gezond.

De helft van de volwassen Amsterdammers denkt zeker bij hun naaste omgeving terecht te kunnen als zij hulp vanwege hun gezondheid nodig hebben. Ruim een kwart denkt dat misschien te kunnen, maar 11 procent ook zeker niet. Amsterdammers van 65 jaar en ouder zijn minder zeker van hulp uit hun omgeving. Dat geldt ook voor alleenstaanden en volwassenen in eenoudergezinnen.

Van de inwoners met een hbo-/wo-opleiding en/of een hoog inkomen verwacht zes op de tien hulp vanuit het eigen netwerk te kunnen krijgen. Onder mensen met maximaal een mbo-1-opleiding en/of een laag inkomen is dat slechts vier op de tien. Ook inwoners met een migratieachtergrond denken wat minder vaak dergelijke hulp te kunnen krijgen.

Volgens de GGD verleende 10 procent van de volwassen Amsterdammers in 2022 mantelzorg. Een mantelzorger verleent zorg aan een naaste die chronisch ziek is, hulpbehoevend is of een beperking heeft. Het gaat daarbij om zorg voor van minimaal 3 maanden en/of minimaal 8 uur in de week. Volgens het CBS gaf landelijk ongeveer 13 procent van de mensen van 16 jaar of ouder mantelzorg in dat jaar. In Amsterdam doen vooral mensen tussen de 50 en 74 jaar dat. Mantelzorg verlenen kan van grote invloed zijn op het dagelijks leven van de mantelzorgers. Vaak combineren zij het met bijvoorbeeld zorgtaken voor kinderen en/of hun werk. Meer dan één op de vijf Amsterdamse mantelzorgers voelt zich daardoor zwaar belast of zelfs overbelast.

Hoeveel Amsterdammers maken gebruik van gemeentelijke zorgvoorzieningen?

Sinds 2015 geldt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In die wet staat dat gemeenten inwoners moeten ondersteunen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Daarom biedt de gemeente Amsterdam verschillende zorgvoorzieningen, zoals hulp bij het huishouden. Volgens het CBS maakten in 2022 ruim 68 duizend Amsterdammers gebruik van een of meerdere Wmo-zorgvoorzieningen. Dat komt neer op 78 op de 1000 inwoners. Dat is meer dan landelijk: in Nederland zijn 71 op de 1000 inwoners Wmo-cliënt. 40 procent van de Amsterdamse Wmo-gebruikers was 75 jaar of ouder. Door groei van het aantal ouderen zal naar verwachting ook de zorgvraag sterk toenemen.

Sinds april 2021 zijn er in Amsterdam buurtteams waar inwoners terecht kunnen voor vragen over onder andere zorg en gezondheid. Daarnaast kunnen de teams ook helpen bij vragen over wonen, werk, geld, ontmoeten en veiligheid. Momenteel zijn er 39 buurtteams in de gemeente Amsterdam.

Hoe tevreden zijn Amsterdammers over de zorg in de stad en hun buurt?

Amsterdammers van 18 jaar en ouder gaven in 2022 een 6,3 als rapportcijfer voor hoe de zorg geregeld is in de stad. Dat is minder positief dan in 2020. Toen gaven inwoners gemiddeld een 6,7. Dertig procent is niet tevreden met hoe de zorg geregeld is. Zij geven een onvoldoende als rapportcijfer.

Inwoners die hun gezondheid als matig of slecht ervaren, zijn minder tevreden dan mensen met een goede gezondheid. Hetzelfde geldt voor mensen met een chronische ziekte, aandoening of handicap. Aan de andere kant geven Amsterdammers van 75 jaar en ouder met een 6,6 juist een hoger rapportcijfer voor de zorg dan jongere stadsgenoten. Opvallend is verder dat inwoners met een laag inkomen een relatief laag cijfer geven, namelijk een 5,8. Mensen met een hoog inkomen geven daarentegen gemiddeld een 6,6.

Daarnaast gaven Amsterdammers tijdens het onderzoek Wonen in Amsterdam in 2023 gemiddeld een 6,8 voor het zorgaanbod in hun buurt. Dat rapportcijfer is al een aantal jaar stabiel. Wel zijn er grote verschillen tussen wijken. Vooral in Driemond, Sloterdijk Nieuw-West en Waterland zijn inwoners niet zo tevreden. Zij beoordelen het aanbod met een onvoldoende. De bewoners van de Oosterparkbuurt geven het hoogste cijfer. Zij geven een 7,7 voor het zorgaanbod in hun buurt.