Energiearmoede in Amsterdam 2021
- Publicatie
- april 2022
Hoewel de energieprijzen sinds juni 2021 sterk gestegen zijn, daalden ze juist in de twee jaar ervoor. In 2019 waren Amsterdamse huishoudens gemiddeld 120 euro per maand kwijt aan energielasten, in het voorjaar van 2021 was dat nog maar 116 euro.
Negen procent van alle huishoudens was 10 procent of meer van het huishoudensinkomen kwijt aan energielasten. Bij deze groep spreken we van energiearmoede. Het ging om ongeveer 43.000 huishoudens, waarvan het grootste deel (92 procent) een laag inkomen heeft. Dit blijkt uit een analyse op basis van de enquête Wonen in Amsterdam 2021 (WiA). Deze factsheet gaat dieper in op energiearmoede onder Amterdamse huishoudens, met een focus op de huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens.
Hoogste energielasten in Centrum, Noord en Zuid
Gemiddeld hadden huishoudens in het voorjaar van 2021 de hoogste energielasten in Centrum (€124 per maand), Noord (€123) en Zuid (€121). Voor Centrum en Zuid hangt dit ermee samen dat er veel oude woningen zijn en relatief veel woningen met een laag energielabel. In Noord is het verbruik relatief hoog doordat er bovengemiddeld veel grote (eengezins)woningen en grote huishoudens zijn. Het laagst zijn de lasten in West (€104), dit hangt samen met het soort woningbouw. West heeft relatief veel kleine woningen en vrijwel uitsluitend meergezinswoningen.
Tussen 2019 en 2021 namen de energielasten in alle stadsdelen af, gemiddeld met 3 procent. De afname was het sterkst in West, Nieuw-West en Zuid (-5 procent). In Noord en Zuidoost daalden de energielasten met 4 procent en in Oost met 3 procent. In Centrum namen de energielasten het minst af (-1 procent).
Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost
Als gevolg van de afgenomen energielasten nam door de hele stad het aandeel huishoudens met een hoge energiequote (≥ 10 procent) af, behalve in stadsdeel Centrum. Dit hangt samen met een toename van het aandeel lage inkomens in Centrum en de beperkte afname van de maandelijkse energielasten. De energiearmoede problematiek is net als in 2019 het grootst in Zuidoost (14 procent van alle huishoudens), gevolgd door Nieuw-West (11 procent) en Noord (11 procent). Vooral het hoge aandeel lage inkomens in Zuidoost zorgt voor energiearmoede, want de energielasten liggen er rond het stedelijk gemiddelde. In Noord en Nieuw-West zijn minder lage inkomens dan in Zuidoost maar is de energierekening gemiddeld wel hoger. Dit hangt samen met het feit dat hier meer eengezinswoningen en grotere huishoudens zijn.
Wijken waar energiearmoede relatief veel voorkomt zijn vaak wijken waar veel huishoudens een laag inkomen hebben. Er zijn tien wijken waar 15 procent of meer huishoudens een hoge energiequote (≥ 10 procent) hebben. Het gaat om Osdorp-Midden, Osdorp-Oost, Geuzenveld en Slotervaart-Noord in Nieuw-West. In Centrum gaat het om Burgwallen-Oude Zijde en de Haarlemmerbuurt, in Zuidoost om Bijlmer-Centrum en Nellestein, in Noord om Volewijck en in Oost om de Dapperbuurt.