Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

De loop van de Amsterdamse bevolking

De toename of afname van het inwoneraantal (de 'loop' van de bevolking) is een optelsom van geboorte en sterfte en vestiging en vertrek uit binnen- en buitenland. Hoe en door welke oorzaken is het inwonertal van Amsterdam sinds 1946 veranderd?

Wederopbouw

Vlak na de Tweede Wereldoorlog groeide het aantal inwoners snel. In 1946 was de trek naar de stad groot, zowel vanuit binnen- als buitenland. Maar het sterkst groeide de stad door het grote aantal geboorten: ruim 22.000. Ook in de jaren hierna werden veel zogeheten babyboomers geboren, waardoor de natuurlijke aanwas (geboorte min sterfte) groot was.

Suburbanisatie

Van 1959 tot 1985 nam het aantal inwoners af. In de stad waren te weinig woningen en de komst van de auto maakte de afstand tussen stad en omgeving overbrugbaar. De toegenomen welvaart maakte ruimere woningen elders bereikbaar: de suburbanisatie begon. Veel gezinnen verhuisden naar gemeenten waar veel gebouwd werd, waaronder Purmerend en Lelystad.

In 1973 bereikte het binnenlands migratiesaldo (vestiging min vertrek) een dieptepunt. In dat jaar verlieten 45.000 inwoners de stad; een record tot dan toe. Doordat veel jonge stellen en gezinnen de stad verlieten, was de natuurlijke aanwas tussen 1970 en 1985 laag en soms zelfs negatief.

Gastarbeiders en stadsvernieuwing

In de jaren zeventig en tachtig kwamen veel Turkse en Marokkaanse mannen als gastarbeider naar de stad. Het buitenlands migratiesaldo nam hierdoor toe. Later, toen de gezinnen van de gastarbeiders overkwamen, bleef het saldo hoog. Ook groeide het aantal immigranten uit voormalige koloniën.

Door de instroom van nieuwe, jonge bewoners nam het aantal geboorten in de stad weer toe. Maar ook de stadsvernieuwing zorgde ervoor dat de stad steeds aantrekkelijker werd. Tussen 1985 en 2000 nam groeide de natuurlijke aanwas steeds verder.

Sterke groei

Tussen 2000 en 2014 is de groei van het inwonertal overwegend het gevolg van de natuurlijke aanwas: meer geboorte dan sterfte. Tijdens de crisis op de woningmarkt (2008-2013) droeg ook de binnenlandse migratie bij aan de groei. Veel gezinnen bleven in deze periode in de stad wonen; het binnenlands vertrek nam af.

Buitenlandse groei, binnenlandse krimp

Sinds 2015 neemt de Amsterdamse bevolking vooral toe door buitenlandse migratie. In 2019 bedroeg het buitenlands migratiesaldo bijna 19.000, een record. Ook de aantallen immigranten en emigranten waren in 2019 op recordhoogte.

De binnenlandse migratie zorgt juist voor krimp: sinds 2015 verhuizen meer mensen vanuit Amsterdam naar de rest van Nederland dan andersom. In 2019 kwam het binnenlands migratiesaldo uit op ruim -14.000. Het aantal mensen dat jaarlijks vanuit de rest van Nederland naar Amsterdam komt, daalt sinds 2016.

Het aantal vertrekkende Amsterdammers neemt juist toe sinds 2011. In 2019 verlieten ruim 49.000 Amsterdammers de stad; alweer een record. In totaal kreeg de stad er in 2019 9.393 inwoners bij; iets meer dan in 2017 en 2018. De groei blijft substantieel maar vlakt wat af door het toenemende binnenlands vertrek, terwijl het steeds meer de buitenlandse migratie is die de groei veroorzaakt.